De waardering van het karakteristieke Landschap

Het karakteristieke landschap van de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden is een trekpleister op zichzelf. De bijzondere landschappelijke kwaliteiten van de regio zijn onmiskenbaar: de hoge kwaliteit van het cultuurlandschap, de historische steden en lintdorpen, de rijke natuur, koeien, vogels, molens, gemalen, dijken en boerderijen. Dit samenspel wordt gewaardeerd: mensen komen er graag om te wonen, te werken en te recreëren.

De instandhouding van de bijzondere natuur en het zo kenmerkende landschap is niet vanzelfsprekend. Met de beëindiging van de ILG-bestuursovereenkomsten en de wijziging van de Wet Landelijk Gebied is een aantal beleidsdoelstellingen en budgetten komen te vervallen. Landschapsbeheer Zuid-Holland heeft haar activiteiten beëindigd. De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is herijkt en daarmee kleiner geworden. De biodiversiteit neemt af. Terreinbeherende organisaties zoeken naar nieuwe manieren om beheer vorm te geven en te financieren.  

Binnen dat krachtenveld ligt er voor de partners in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden de uitdaging om de natuurwaarden te versterken en het kenmerkende landschap in stand te houden. Tijdens de landschapstafel van 11 november 2015 is een aantal keer de oproep gedaan van de streek geen museum te maken, maar de authenticiteit te verbinden met toekomstbestendigheid. En dat kan. Juist door slimme koppelingen met de andere thema’s te maken, zoals met economie, recreatie en waterberging, kunnen natuurontwikkeling en -beheer worden versterkt. Dat vraagt wel om een andere manier van denken en om lef en creativiteit om tot structurele, innovatieve oplossingen te komen die recht doen aan ons karakteristieke landschap. 

Landschappelijke inpassing

Bewoners en bezoekers waarderen het karakteristieke landschap. Die landschappelijke kwaliteit staat echter onder druk, onder meer door bebouwing en bedrijvigheid. Boerderijen, bedrijfspanden, bedrijventerreinen doen in een aantal gevallen inbreuk op die kwaliteit. 

Hoe zorgen we voor een vitale streek, waarin agrariërs en andere ondernemers voldoende ruimte hebben om bij te dragen aan de lokale economie en werkgelegenheid, en tegelijkertijd de kwaliteit van het landschap wordt behouden en storende elementen in de landschappelijke beleving aan het zicht worden onttrokken? En wat te doen met de vrijkomende agrarische bebouwing?

Groenblauwe dooradering van de polder

Het landschap wordt onder meer gevormd door de weiden en de watergangen. Deze groenblauwe dooradering is zeer bepalend voor het landschappelijke beeld en kan op verschillende manieren een impuls krijgen.

Zo is er een idee gelanceerd voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers (nvo’s) langs een derde tot de helft van de bestaande sloten. De nvo’s sluiten op elkaar aan en op de hoofdwatergangen in een samenhangend plan (voor aanleg en ecologisch beheer) op polderniveau. Dit heeft de volgende mogelijkheden en voordelen:
  • het levert extra waterberging op,
  • het historische slootpatroon blijft intact,
  • het geeft een betere waterkwaliteit, wat van belang is voor de KRW-doelstelling van het Waterschap Rivierenland,
  • het geeft versterking en ontsluiting van de ecologische waarden in het agrarisch landschap, voor verschillende soortgroepen,
  • het is een nieuwe tak van agrarisch natuurbeheer,
  • het is een alternatief voor de Groene Ruggengraat,
  • het versterkt de ecologische hoofdstructuur,
  • het verhoogt de recreatieve belevingswaarde.
Daarnaast wordt er door verschillende partijen, waaronder de Natuur- en Vogelwacht Alblasserwaard en Vijfheerenlanden, Den Hâneker (o.m. Erfbeplanting) en de werkgroep Prachtlint / Blauwzaam Lint gewerkt aan het versterken van de groene dooradering en het vergroten van de biodiversiteit. Deze initiatieven zijn sterk verankerd in de lokale samenleving en verdienen steun. 

Bevorderen van de weidegang

Een kenmerk van het Hollandse polderlandschap zijn de koeien in de wei. Steeds meer melkveehouders neigen er echter naar om hun koeien het hele jaar op stal te houden. Het Convenant Weidegang uit 2012 wil deze trend keren. Het doel van het convenant is om koeien zoveel als mogelijk is weidegang te bieden. Tot de ondertekenaars van het convenant behoren organisaties van melkveehouders, zuivelondernemingen, banken, retail, kaasverkopers en –handelaren, maatschappelijke organisaties, terreinbeheerders, overheid en onderwijs.

Eind 2014 is geconstateerd dat er meer actie nodig is om het doel te halen. Inmiddels is daarvoor een aantal mogelijke maatregelen in beeld gebracht. Kan het meerjarenprogramma hierin versterkend werken? 

Weidevogels en erfvogels

Onderdeel van het karakteristieke landschap zijn de weidevogels en erfvogels. De weidevogelstand gaat nog steeds achteruit en ook de erfvogels kunnen een steuntje in de rug gebruiken. Den Hâneker is het project ‘Adopteer een erfvogel’ gestart. Doormiddel van dit project kunnen mensen uit de streek nestkasten, fruitbomen e.d. bij agrariërs/erfbezitters adopteren. Met behulp van deze adopties wordt de bescherming van erfvogels gefinancierd en gestimuleerd.

Welke maatregelen zouden in een meerjarenprogramma passen om de weidevogels en erfvogels te behouden cq te versterken?

Onze natuurgebieden

In de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden wordt voortdurend geïnvesteerd in de waardevolle natuurgebieden. De provincie Zuid-Holland en het waterschap Rivierenland hebben afspraken gemaakt over Natura 2000 en de restantopgave voor het Nationaal Natuur Netwerk (m.n. ecologische verbindingszones) in combinatie met het herstel van regionale keringen. Concreet hebben provincie en waterschap het voornemen om de komende jaren in de volgende deelgebieden te investeren (met tussen haakjes de onderliggende doelen):

  • Boezems Kinderdijk (boezemkaden, Natura2000, KRW, cultuurhistorie);
  • Achterwaterschap (boezemkaden, ecologische verbindingszones, KRW, cultuurhistorie);
  • Molenkade Groot-Ammers (boezemkaden, ecologische verbindingszones, KRW, cultuurhistorie);
  • Zouweboezem  en Polder Achthoven (Natura2000).
Ook wordt gewerkt aan de Giessen – Schelluinsevliet (boezemkaden, ecologische verbindingszones, KRW). 


Er blijft ondanks deze plannen nog genoeg te wensen over:

Zouweboezem

In de Vijfheerenlanden wil het Zuid-Hollands Landschap zich de komende jaren in het bijzonder inzetten om de natuur- en landschapswaarden van de Zouweboezem en de Diefdijk te versterken en dit te combineren met het beter beleefbaar maken van deze gebieden. Naar verwachting zullen voornamelijk in de Zouweboezem projecten gewenst zijn die in aanmerking komen voor de gebiedsdeal.De Zouweboezem is van groot belang voor moerasvogels, grote modderkruiper, kamsalamander en ook vanwege de aanwezigheid van blauwgrasland. In de Zouweboezem bevindt zich tevens één van de grootste broedkolonies purperreigers van Nederland.Vooral de waterkwaliteit en het peilbeheer laten echter te wensen over als het gaat om het faciliteren van deze natuurwaarden.

Daarnaast is in de huidige situatie de parkeergelegenheid te klein en ontstaat er regelmatig overlast bij omwonenden door fout geparkeerde auto’s. Het Zuid-Hollands Landschap wil zich de komende jaren daarom inzetten de volgende maatregelen uit te voeren die wellicht projectmatig in de gebiedsdeal ondergebracht kunnen worden:
  • Inplanten ondiepe oevers en afgegraven legakkers met riet en andere helofyten.
  • Terugdringen houtopslag, voor ongeveer €15.000 per jaar.
  • Openheid van het gebied vergroten nabij de zwarte sternkolonies door het verwijderen van opgaand hout.
  • Vernatten rietlanden door aanbrengen greppels en/of inlaatconstructies
  • Vergroten en verbeteren parkeergelegenheid
  • Beter beleefbaar maken Zouweboezem, o.a. vanaf de Zouwendijk
  • Versterken poelenstructuur in polder Achthoven
  • Versterken van de verbinding, zowel voor dieren en planten als voor beleefbaarheid, tussen de Zouweboezem en de Achthovense Uiterwaarden
Voor alle project ideeën geldt dat er op dit moment nog onvoldoende financiering beschikbaar is. 

Diefdijk

De Diefdijk is de dwarsverbinding tussen de dijken van de Linge en de Lek. In het Rampjaar 1672 lag het inundatiegebied van de Oude Hollandse Waterlinie ten westen van de Diefdijk, op Hollands gebied. Ruim een eeuw later werd dat in het kader van de Nieuwe Hollandse Waterlinie naar de oostkant verlegd, in Gelderland.

Langs de Diefdijk bezit het Zuid-Hollands Landschap een heel snoer aan terreinen. De afwisseling van hoogstamfruit, wei- en hooiland, bosjes, grienden en water zorgt voor een kleinschalig en aantrekkelijk cultuurlandschap met hoge natuurwaarden. Een dergelijk landschap vraagt echter om een intensief beheer, terwijl de beschikbare SNL-beheersubsidie onvoldoende is om de kwaliteiten van dit landschap duurzaam te behouden. Inmiddels is er al enige jaren een vrijwilligersgroep actief aan de Diefdijk die zich inzet om een deel van het handmatige onderhoud van deze elementen te waarborgen.

Het Zuid-Hollands Landschap wil zich de komende jaren extra inzetten om middelen te vinden om het intensieve beheer voort te kunnen zetten en waar mogelijk de landschapswaarden te versterken en te kijken waar en hoe mensen uit de streek meer betrokken kunnen raken bij dit gebied. Daarbij wordt gedacht aan de volgende maatregelen die wellicht in de gebiedsdeal ondergebracht kunnen worden:
  • Aanleg van houten hekwerken ter versterking van het authentieke landschap en ter versterking van de populatie argusvlinders in het gebied.
  • Verbeteren uitvalsbasis en voorzieningen voor vrijwillig landschapsbeheerders.
  • Onderzoeken mogelijkheden om (een deel van) het onderhoud en toezicht te laten financieren vanuit de streek.
Wat betreft de realiseerbaarheid geldt hetzelfde als hetgeen hierboven is opgemerkt voor de Zouweboezem en polder Achthoven: er is op dit moment nog onvoldoende financiering beschikbaar.

Baggeren Linge en Alblas vs waterrecreatie

Water is zo kenmerkend voor de streek, maar waterrecreatie staat nog enigszins in de kinderschoenen. De streek wil waterrecreatie stimuleren. Daarvoor (en om andere redenen) dienen de Linge en de Alblas uitgebaggerd te worden.

Bodemdaling


De veenbodem daalt steeds verder. Maatregelen en maatwerk zijn nodig om dit te beperken. Als dat niet gebeurt, zullen de beheerkosten en maatschappelijke kosten toenemen. Denk aan de kosten voor extra pompen, extra keringen, extra aanleg en onderhoud van wegen en vaker optredende wateroverlast. Of aan het overstromingsrisico en – vooral - de maatschappelijke kostenpost gevormd door de jaarlijkse uitstoot van 700.000 ton CO2 door oxidatie van het vee (bron).

Omdat landbouw de belangrijkste gebruiker is van het Groene Hart is het belangrijk te zoeken naar oplossingen waarin de landbouw een volwaardige rol heeft. Op veel plaatsen zal dat kunnen betekenen dat de landbouw innovatief blijft, terwijl de bodemdaling met technische maatregelen (bijv. onderwaterdrainage) wordt beperkt. Op andere plaatsen kan de bodemdaling wellicht worden beperkt door functies te combineren zoals extensieve landbouw in combinatie met waterberging of recreatie. Bij dergelijke functiecombinaties kan het waterpeil in delen van het jaar vaak hoger zijn. In samenhang met dit denken over het landelijk gebied kan een keuze worden gemaakt over behoud van het unieke verkavelingspatroon als icoon van het Nederlandse landschap. Hiervoor kan een Unesco-status worden aangevraagd voor karakteristieke gebieden (bron). 

Han Weber, gedeputeerde van de Provincie Zuid-Holland, schrijft hier
"Als provincies hebben we in onze Voorloper Groene Hart uit 2009 stoer stelling genomen en gezegd dat we de bodemdaling willen afremmen. En dat we de landbouw in stand willen houden als drager van het landschap; en dat we de kwaliteiten van dat landschap willen behouden en dat… En dat wordt lastig! Want je kunt niet alles hetzelfde houden en ondertussen de bodemdaling stoppen. Ik merk dat de discussie over bodemdaling daardoor stagneert.  
En daarom mijn pleidooi: we moeten loskomen van hoe het nu is en meer doen dan alleen werken aan optimalisatie van het bestaande. Een beetje minder bodemdaling, een beetje betere waterkwaliteit door kleine aanpassingen op bedrijven, hier en daar een hoogwatervoorziening om paalrot te voorkomen…. Dat zijn geen structurele oplossingen. Kijk naar de lange termijn en blijf realistisch. Dus niet roepen dat bodemdaling gestopt moet worden door de veenweiden in moeras te veranderen, maar door na te denken over het nieuwe veenweidenbedrijf, door te investeren in systeeminnovaties en door het waterbeheer anders te organiseren, zoals bij het project ‘Sturen met Water’ van het Veenweiden Innovatiecentrum en de Stuurgroep. En door maatwerk per gebied te leveren, want er bestaat niet één oplossing voor alle problemen. Ieder gebied heeft zijn eigen kansen en knelpunten.
Het maken van echte keuzes vraagt lef van alle betrokkenen. Lef omdat we volgens mij keuzes moeten maken die grote veranderingen tot gevolg hebben voor het waterbeheer, de agrarische bedrijfsvoering en het landschap. Eigenlijk moeten we weer stoer stelling nemen. Nu samen."

Zie ook:
Welke (proef)projecten kunnen wij in de AV opzetten om de bodemdaling af te remmen? 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten