Posts tonen met het label Kanskaart. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Kanskaart. Alle posts tonen

De aantrekkingskracht van de Iconen in onze Streek

Onze regio kent een aantal in het oog springende iconen. Deze trekpleisters hebben een grote aantrekkingskracht op toeristen, zelfs tot ver over onze landsgrenzen heen. In de regel worden als icoon beschouwd:
  • Kinderdijk;
  • Glasstad Leerdam;
  • Gorinchem en de Vestingsdriehoek. 
Daar houdt het echter niet bij op. De historische binnenstad van Dordrecht, het Nationaal Park De Biesbosch en het architectonisch interessante Rotterdam zijn ook grote trekpleisters en liggen - vanuit het gezichtspunt van Amerikaanse, Chinese of Japanse bezoekers - op een steenworp afstand van de molens van Kinderdijk. Nieuwpoort en het historische verloop van de Oude Hollandse Waterlinie tot aan Gorinchem trekken jaarlijks ook vele toeristen en men zou het gehele middengebied met de polders, boezems en dijken als één groot icoon kunnen beschouwen.

Feit is dat onze streek (en haar directe omgeving) een magneetfunctie heeft, die grote aantallen mensen van dichtbij en ver weg aantrekt. De gebiedscoalitie wil graag de positieve impact van de toeristische toestroom vergroten. Daartoe dienen we er op de eerste plaats voor te zorgen dat de drie genoemde iconen zich blijven ontwikkelen en zo hun aantrekkingskracht behouden. Daarnaast willen we hun bezoekers graag verleiden om meer van het moois te ervaren dat onze streek te bieden heeft. Daarover gaat deze kanskaart.


De 3 iconen

Kinderdijk

De 19 molens van Kinderdijk, sinds 1997 UNESCO werelderfgoed, zijn hét internationaal bekende symbool van Nederlands watermanagement. Het is bovendien een toeristentrekker bij uitstek, waar tal van activiteiten zijn te beleven. Om de honderdduizenden bezoekers beter te kunnen ontvangen, wordt een nieuw bezoekerscentrum gebouwd en wordt de gehele entreezone vernieuwd. Deze projecten rondom het versterken van de aantrekkingskracht van icoon Kinderdijk zijn opgenomen in de landschapstafel Waterdriehoek.

De Gemeente Molenwaard heeft acht projecten aangeleverd voor een programma Waterdriehoek 2016-2019:
  1. verbeteren verkeersveiligheid entrée Nederwaard,
  2. rand dorp/polder Nieuw-Lekkerland, realisatie touringcar en camperparkeren,
  3. rand dorp/polder Nieuw-Lekkerland, realisatie voet-/fietsverbinding Tiendweg/Lekdijk,
  4. rand dorp/polder Nieuw-Lekkerland, (her-)inrichting landschappelijke zone,
  5. voetgangerstunnel Lekdijk t.b.v. passagiers van rivercruises,
  6. vernieuwen picnicplaatsen langs het fietspad boezemkade Achterwaterschap ca.,
  7. realisatie voetpad onderlangs de Lekdijk tussen aansluiting Floris V pad en Nederwaard,
  8. halte Waterbus, realisatie infopunt
Een aantal van deze nieuwe projecten versterkt de aantrekkingskracht van Kinderdijk. Een aantal richt zich op de verbinding met en de aantrekkelijkheid van het achterland. Deze projecten (i.c. projecten 3, 4, 6 en 7) zouden ook in de landschapstafel Alblasserwaard-Vijfheerenlanden opgenomen kunnen worden.

Er is wellicht echter meer mogelijk. Hoe verleiden we de bezoekers om ook daadwerkelijk de streek in te trekken voor een één- of meerdaags verblijf? Zijn er arrangementen mogelijk met een 'hop on hop off'-boot over de boezem, met witte e-bikes of een combinatie van fietsen, wandelen en waterbus? Kan het belang van watermanagement ook verderop in de polder worden beleefd?

Naast de ontwikkelingen die gericht zijn op het bevorderen en beter benutten van de recreatieve mogelijkheden zijn er andere verbindingen te leggen met wat er allemaal in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden aan potentie is. Tijdens de bijeenkomst van de landschapstafel van 11 november 2015 kwam een aantal suggesties naar voren:
  • de instandhouding van de molens, het aspect van werkgelegenheid en het belang van goed vakmanschap daarvoor, 
  • het zichtbaar maken van de functie van de veelal 'grondzeilers' en het doen van experimenten met de waterstanden in relatie tot bodemdaling, oxidatie van de grond et cetera...
  • ....

Glasstad Leerdam

Leerdam is de 'Glasstad' van Nederland. Vanaf 1765 legden glasblazers de basis voor de glasindustrie van Leerdam. Vandaag de dag kent de stad naast de Glasfabriek veel glasattracties: het Nationaal Glasmuseum, de Glasblazerij, de Kristalwinkel, het Glasvormcentrum en diverse glasgalerieën). Vele bezoekers komen hier op af. Leerdam heeft tevens een bijzonder buitengebied met de karakteristieke natuur van de regio: de Linge, het Lingelandschap, de historische wielen, de monumentale boerderijen en de weinig verkavelde landbouwgebieden.

De gemeente Vijfheerenlanden werkt er hard aan om de Glasstad als icoon verder te ontwikkelen. Diverse projecten zijn in eerdere gebiedsdeals opgenomen om Leerdam als toegangspoort sterker te maken: het Dijkpark met het door crowdfunding gefinancierde kunstwerk De Glazen Toren en het Wiel Voortwaartsveld zijn ontwikkeld om de bezoeker in de stad kennis te laten maken met het buitengebied. Het Liniepad en Laarzenpad leiden de toerist vervolgens de stad uit en het omringende landschap in. Plan Heikikker versterkt bovenal specifieke kenmerken van de biodiversiteit, maar ook de natuurbeleving.

Ook hier is het zaak om werk te maken van de ambitie om bezoekers te verleiden om ook kennis te maken met het achterland. Hoe sporen we bezoekers aan om naast een bezoek aan de Glasattracties ook de streek in te gaan? Welke rol kunnen de vele culturele activiteiten in Leerdam gebruikt worden om de beleving van de streek te versterken. Kunnen die activiteiten ook in de streek worden gehouden, zodat bezoekers zowel natuur als cultuur kunnen ervaren? Welke verbindingen en arrangementen met bijvoorbeeld Gorinchem en de Vestingsdriehoek zijn mogelijk?

Gorinchem en de Vestingsdriehoek

De zogenaamde Vestingdriehoek van Slot Loevestein en de vestingsteden Woudrichem en Gorinchem - aan weerszijden van de Merwede – heeft Holland in het Rampjaar 1672 beschermd tegen de Fransen. Later werd dit gebied een hoeksteen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De vroegere militaire verdedigingswerken van de ‘cluster Gorinchem’ omvatten de vestingwallen met militaire objecten en de omliggende forten en worden ingezet als boegbeeld van de Hollandse Waterlinie.

De Vestingsdriehoek is historisch dus zeer interessant. De gemeente Gorinchem wil daarom de kwaliteit van dit icoon daarom versterken. Daarvoor staan diverse projecten op stapel.Door de jaren is het beeld van een strakke verdedigingsstructuur van de Vesting Gorinchem door allerhande oorzaken geweld aangedaan. Beoogd wordt te komen tot een betere vestinguitstraling met een historisch juist beeld. De uit te voeren maatregelen zijn tevens gericht op verbetering van de bereikbaarheid en de toegankelijkheid van de wallen.

Gorinchem en de Vestingsdriehoek is een icoon met potentie. Hoe kunnen we dit versterken? Hoe kunnen verbindingen met bijvoorbeeld de Biesbosch en Dordrecht (over land en/of water) en daarmee ook met Kinderdijk leiden tot nieuwe kansen? Welke mogelijkheden biedt de ligging aan het water waar riviercruiseschepen langskomen. Welke kansen biedt de nabijheid van Leerdam voor meerdaagse arrangementen. Hoe zetten we de Vestingsdriehoek nog beter op de kaart?

Verbinden van iconen

Hierboven is al aangegeven dat de verbinding van de iconen kansen biedt. Het is van groot belang dat partijen hierover in gesprek gaan. Hetzelfde geldt voor de verbinding tussen stad en land in het algemeen. Hoe krijgen wij deze stadland-verbindingen goed op de rit? Hoe zorgen we ervoor dat mensen uit de verstedelijkte zuidrand daadwerkelijk de polder gaan beleven?

Mag het een icoontje meer of minder zijn?

Bovenstaande trekpleisters worden doorgaans beschouwd als de iconen. Toch is er nog meer te zien in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden.

Nieuwpoort en de Oude Hollandse Waterlinie

Nieuwpoort werd aan het eind van de zeventiende eeuw als onderdeel van de Oude Hollandse Waterlinie een vestingstad met stadsmuren, bastions en een gracht. Veel hiervan is nog duidelijk waarneembaar. Aan de Oude Hollandse Waterlinie herinneren ook het Arsenaal en het oude stadhuis. Aan de kwaliteit en de beleving hiervan is echter nog een en ander te verbeteren. Hiervoor is een eerste project opgenomen in de tweede gebiedsdeal (Groenplan Stadswallen en Veerseweg), maar er is veel meer te doen.

Vanaf Nieuwpoort tot aan Gorinchem is de Oude Hollandse Waterlinie op heel veel plekken in de streek zichtbaar. Dit kan nog beter benut worden. Zo heeft het buurtschap Sluis, ten oosten van Ameide, een molencomplex gekend dat ervoor zorgde dat overtollig polderwater in de Lek werd geloosd. Achter het uitwateringscomplex was voor de Oude Hollandse Waterlinie een schans op de hoge Lekdijk aangelegd. In 1892 werd een stoomgemaal in gebruik genomen dat dienst heeft gedaan tot 1946. Een kwaliteitsimpuls in Sluis is in de tweede gebiedsdeal opgenomen. Stichting Groene Hart heeft plannen om het gemaal te verwerven en in te richten als bezoekerscentrum.

Kansen:
  • De huidige structuur van de wandelpaden op de vestingwerken van Nieuwpoort (onderdeel van de LAW Grote Rivierenpad) is nu een samenraapsel van graspaden, halfverharde paden en asfaltpaden. Dit zorgt voor een rommelig beeld van de vestingwerken. Herstructurering naar één type pad (liefst halfverhard of gras) met een logisch tracé zou bijdragen aan een betere beleving van de vestingwerken. 
  • Extra parkeerplaatsen en een verbinding over water met Kinderdijk (waterbus) zou Nieuwpoort beter ontsluiten en een struinpad door de uiterwaarden, in combinatie met de dijkversterking tussen Gelkenes en Nieuwpoort geeft de bezoeker meer opties.
  • Het hele traject van de Oude Hollandse Waterlinie biedt kansen, bijvoorbeeld voor creatieve ondernemers, kunstmanifestaties en andere culturele evenementen. Hoe kunnen we daaraan invulling geven? 
Het gebied tussen deze iconen vormt eigenlijk een icoon op zichzelf. Over het belang en de kwaliteit van dit middengebied leest u hier meer. Bovendien biedt de relatie met de omringende iconen buiten de AV kansen (Dordrecht, de Biesbosch en Rotterdam).

Het lonkend perspectief van Polderbeleving

Om bewoners en bezoekers te bewegen de polder in te trekken is het belangrijk dat ze voldoende kunnen beleven. Rust en ruimte is een beleving op zich, net als de geschiedenis en toekomst van het watermanagement of het verhaal 'van grond tot mond'. Andere recreanten zoeken een andere thematische invulling, bijv. cultuur of entertainment. Het gebied biedt vele mogelijkheden voor de diverse doelgroepen om onvergetelijke ervaringen op te doen.

Daartoe is het wel noodzakelijk om arrangementen en 'attractiepunten' (vooral ook in de letterlijke zin des woords) te ontwikkelen. Want nogmaals: niet iedere recreant gaat een of meerdere dagen op zoek naar de flora of de fauna in de streek. Daarentegen zullen geïnteresseerden in bijvoorbeeld de Oude Hollandse Waterlinie of een museum ook de pracht van de groene polder ervaren. Zo worden mensen ook op indirecte wijze met de natuur in contact gebracht. Dat is dan ook weer goed voor de werkgelegenheid, want bij een voldoende gevarieerd aanbod en een toenemende bezoeksduur aan het gebied ontstaan er mogelijkheden voor meer en kwalitatief hoogwaardige verblijfsaccommodaties, waaronder bijvoorbeeld verblijfsaccommodaties in vrijkomende agrarische bebouwing, drijvende accommodaties in waterrijke gebieden.

Kansen en ideeën, geopperd op 11 november 2015:
  • Kunstroutes, gedichtenroutes, doorkijkjes in het landschap, beeldentuinen,  theater/film (bijv. “Rampjaar 1672”Luc Panhuysen)
  • Culturele activiteiten à la Boerol
  • Weidevogelsafari's, vogelen
  • Openstellen boerenbedrijven voor publiek
  • Poldersportevenementen, pretpark, kaasbeleving
  • Wellness
  • Themaroutes
  • Beleving van de oudste delta ter wereld, water, Oude Hollandse Waterlinie etc.

Een paar concrete initiatieven:

Alblasserbos Oost


Het kruispunt A15-N3 wordt aangepast, waarbij een stukje Alblasserbos verdwijnt. De bestaande carpoolparkeerplaatsen worden samengevoegd in een grote carpoolparkeerplaats. Onderzocht kan worden of deze, met name in weekenden, gebruikt kan worden voor recreanten. De entree van het bos kan aan deze kant misschien verbeterd worden.

Alblasserpoort


Een randvoorwaarde bij de bouw van het gascompressiestation van de Gasunie in Wijngaarden was de instandhouding van het gebiedseigen karakter van de omgeving. Daarvoor heeft de Gasunie € 100.000 beschikbaar gesteld waarmee toeristische, educatieve en recreatieve doeleinden in dit gebied kunnen worden gerealiseerd. De betrokken partijen hebben de Gebiedscoöperatie Alblasserpoort u.a. opgericht die al diverse projecten heeft weten te realiseren. Nieuwe projectideeën hebben betrekking op:
  • een noordelijke parkeerfaciliteit,
  • een wandelroute langs de N 481,
  • natuurontwikkeling en educatie (de Kurk),
  • een kunst- en cultuurproject beeldentuin.

Recreatief knooppunt Sliedrecht


In de Transformatievisie Merwedezone uit 2009 wordt aangegeven dat in de zuidelijke rand van de Alblasserwaard nieuwe recreatieve knooppunten zullen worden toegevoegd, in aanvulling op bestaande knooppunten, zoals Kinderdijk en Alblasserbos-Oost. Nieuwe knooppunten liggen bij Souburgh in Alblasserdam, in Sliedrecht en in Hardinxveld-Giessendam. De knooppunten functioneren als toegangspoorten voor het Groene Hart. Ze sluiten aan bij de noord-zuidschakels voor het recreatieve verkeer en worden met elkaar verbonden voor wandelaars, fietsers, ruiters en waterrecreanten. De knooppunten vormen de basis voor de ontwikkeling van een Regiopark Merwede.

Ook de Ruimtelijke Strategie Drechtsteden van de Regio Drechtsteden beschrijft een regiopark: een groen en waterrijk gebied met een sterke verwevenheid tussen natuur en recreatie. Een gebied met meer dan voldoende recreatieve gebruikswaarde voor inwoners en passanten, onder meer door de verschillende recreatieve deelgebieden (bestaand en gepland) in samenhang verder te ontwikkelen.

Het recreatief knooppunt Sliedrecht krijgt op papier steeds meer gestalte. Het is voorzien ten noorden van de Betuweroute en ten oosten van de N482. Er komen sportvelden die worden uitgeplaatst uit het gebied ten zuiden van de spoorlijn, aangevuld met 4 ha. waterberging en 3 ha. groen.

Slingelandse plassen


Ten zuiden van Goudriaan ligt het recreatiegebied Slingeland, een waterrijk gebied met bijzondere natuurwaarden, een zwemplas en een speel- en ligweide. Dit terrein is eigendom van de provincie Zuid-Holland, die het (net als andere provinciale recreatieterreinen) wil afstoten.

Beleving van de rivier, Slobbengors


Aan het drierivierenpunt bij Papendrecht wordt op het Slobbengors geïnvesteerd in de kwaliteit van de openbare ruimte. Het groen in het park en rond het nieuwe hoofdkantoor van Fokker zal beter gebruikt kunnen worden en wordt beter verbonden met het pad op de dijk langs de rivier. De kwaliteit van de locatie kan in dat project echter nog niet ten volle benut worden. Samen met andere partners zou het groen op het Slobbengors kunnen uitgroeien tot de groene parel.

Kaasfabriek de Graafstroom


Ontwikkeling recreatieve en educatieve mogelijkheden rond melkfabriek Graafstroom.

Camperplekken


Het campertoerisme blijft groeien. Er zijn alleen in Nederland al 90.000 campers geregistreerd. Ook in de omringende landen neemt het gebruik van campers alsmaar toe. Niet alleen in de zomer, maar het hele jaar door. Steeds meer bezoekers van o.a. Kinderdijk en Gorinchem komen met een camper. Dat zorgt daar voor een toenemende parkeer- en overnachtingsdruk. Door overnachtingsplaatsen voor campers aan te bieden in het achterland worden twee vliegen in één klap geslagen: het ontlast de toegangspoorten en het leidt automatisch tot het kennismaken met en daardoor wellicht langer verblijven in dat achterland.

In 2011 zijn in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden kleinschalige camperlocaties op boerenerven van start gegaan. Daarnaast zijn er ook voorzieningen in de openbare ruimte en op campings. Bij de toegangspoorten wordt hier niet actief aandacht aan geschonken. Zo staan er bijvoorbeeld geen verwijzingen op de websites van het Werelderfgoed Kinderdijk en de gemeenten Gorinchem en Leerdam. De gemeente Alblasserdam bekijkt de mogelijkheden om extra camperplaatsen te realiseren op Haven Zuid. Voorlopig wordt gedacht aan 50 tot 60 extra camperplaatsen. De realisatie van deze camperplaatsen en de voorzieningen die hierbij horen zoals elektriciteit en water zijn meegenomen als project voor het programma van de Waterdriehoek 2016-2019.

Hoe kan de regio AV nog meer profiteren van deze groeimarkt en welke ontwikkelingen zijn er op het gebied van camperplaatsen in de regio. Den Hâneker en het VVV organiseren begin februari een avond over dit thema.



Wandelen en fietsen vanuit de Noordelijke Drechtsteden


In Alblasserdam, Papendrecht en Sliedrecht is in 2015 met provinciale subsidie het wandelknooppuntennetwerk Drechtsteden gerealiseerd (in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden wordt dit nu uitgevoerd). Enkele wenslijnen voor de wandelaar en fietser zijn open gebleven en zouden in een vierjarig programma een plek kunnen krijgen. Vooral in de noord-zuid-richting ligt de wens voor enkele verbindingen voor langzaam verkeer om de stadlandverbinding te versterken.

(Let op: op de kaart ontbreken nog de stad-land verbindingen vanuit Alblasserdam.)



Ruiterroutes


In de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden ligt een basis infrastructuur voor wandelaars, fietsers en kanoërs/roeiers. Eén bewegende groep is dan nog niet bediend, namelijk de ruiters. En dat terwijl er diverse maneges in het gebied zijn. Daarom is het idee ontstaan om rond Sliedrecht ruiterroutes aan te leggen. Ook in Alblasserdam en Papendrecht wordt hierover nagedacht.

Vaarroutes


Zie hiervoor de paragraaf over het uitbaggeren van de Linge en de Albas.

Matenasche Schiekade


Waterschap Rivierenland gaat de verbinding over de A15 en Betuwelijn ter hoogte van de Matenasche Scheidkade verbeteren door het talud aan de noordzijde te verlengen. Het talud wordt dan minder steil, zodat het beter fietsbaar wordt.

Fietsverbinding over het Kanaal van Steenenhoek


Hiermee ontstaat naast de A27 een directere en verkeersveiliger fietsverbinding tussen de Alblasserwaard en het Brabantse Land van Heusden en Altena (zijnde de toegangspoort over de weg naar Nationaal Park De Biesbosch en de Vestingdriehoek).

Locatie IJzergieterij


Bij deze locatieontwikkeling worden kansen benut, zoals gebiedsontwikkeling buitendijks, waarbij sprake is van een recreatieve functie met een landelijke inpassing.

De schoonheid van een duurzame lokale economie

Economie is in relatie tot Groen steeds minder een 'vies woord'. Integendeel: met een lokale duurzame economie proberen moderne ondernemers juist aan de de kracht van hun omgeving bij te dragen, in de ruimste zin van het woord. Bovendien lijkt er vanuit de overheden steeds minder subsidie beschikbaar te zijn voor natuurontwikkeling en -beheer en zijn partijen naarstig op zoek naar nieuwe manieren van financiering.

De verduurzaming van de lokale economie biedt onder meer de volgende kansen:

Duurzame landbouw

In een streek waarin rentmeesterschap hoog in het vaandel staat, is het logisch om ondernemerschap te verbinden met de waarden voor de maatschappij en dus te zoeken naar de balans tussen people, planet en profit. Aangezien de agrarische sector een belangrijke economische sector is in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden liggen hier kansen. De provincie brengt daarom de mogelijkheden van het EU Plattelandsontwikkelingsprogramma 3 (POP3' onder de aandacht. Het programma kent 50% EU financiering en bevordert systeeminnovatie in de landbouw, stimuleert plattelandsontwikkeling middels LEADER en richt zich bovendien op investeringen in duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen (water, bodem) en biodiversiteit in het agrarisch gebied.


De Biobased Economy


In de Visie 2030, opgesteld door de Samenwerkende Gemeenten in de AV in afstemming met gebiedspartijen, staat onder meer: "Economie en duurzaamheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. [...] De rol van technologische innovaties bij het stimuleren van duurzaamheid neemt toe. [...] De regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden wil een duurzame regio zijn, waar ook volgende generaties prettig kunnen wonen, werken en recreëren. Een regio met een open blik naar buiten en tegelijkertijd oog voor milieu en duurzaamheid. Dit doen we door de ‘bio-based’ economie zoveel mogelijk te stimuleren. Zo koppelen we economische dynamiek aan ecologische en sociale duurzaamheid. En zo werken we aan een duurzame regio, voor elkaar en met elkaar."

De term Biobased Economy (BBE) wijst op de overgang van een economie die draait op fossiele grondstoffen naar een economie die draait op biomassa als grondstof: van ‘fossil based’ naar ‘bio based’. In een biobased economy gaat het dus over het gebruik van biomassa voor voor materialen zoals plastics, chemicaliën, cosmetica en medicijnen. Het gaat dus niet alleen over energie (zie kanskaart biomassa voor energie). Klik hier voor meer info over BBE.

Er zijn al voorbeelden in de buurt. Zo worden bij Faay in Vianen scheidingswanden en plafondsystemen gemaakt van onder meer vlas en innoveert Corbion in Gorinchem onder meer op bioplastics en biochemicals. Waterschap Rivierenland heeft in 2015 een proef gedaan om bermgras te persen en aan te leveren aan een fabrikant van karton. Met Dupont in Dordrecht en de botlek om de hoek lijkt het mogelijk om concrete invulling te geven "de ‘bio-based’ economie zoveel mogelijk te stimuleren", zoals in Visie 2030 staat.

Ook de term 'circulaire economie' doet opgeld. In de circulaire economie worden producten en materialen hergebruikt en behouden grondstoffen hun waarde.VNO-NCW stelt dat er grote kansen liggen voor het Nederlandse bedrijfsleven om circulair te gaan ondernemen. Klik hier voor meer informatie. 

Welke concrete mogelijkheden voor een biobased en circulaire economie liggen er in de streek? Kunnen er gewassen geteeld worden voor toepassing in bioplastics of karton? Kunnen reststromen van bedrijven dienen als grondstof voor andere processen? Is hennepteelt mogelijk t.b.v. veevoer, textiel of duurzaam beton? Kan bioraffinage ervoor zorgen dat het veevoer lokaal wordt geproduceerd?

Lokale Energieopwekking


Diverse partijen werken aan een duurzame streek. Er is al een aantal mooie initiatieven om op duurzame wijze energie te winnen, zoals:
  • het project MijnDakJouwDak van Den Haneker, waarin gezocht is naar de mogelijkheid om agrarische ondernemers producent te laten zijn van zonne-energie voor burgers uit de buurt;
  • het project “Geen tak de streek uit” van Energiecoöperatie De Knotwilg, dat onderzoekt of het haalbaar is snoeihout uit de streek te gebruiken voor een grote, op hout gestookte kachel in Gorinchem;
  • een eerste energieplantage met wilgen die eind 2015 is aangelegd in Bleskensgraaf om na te gaan wat de haalbaarheid en toegevoegde waarde (o.a. biodiversiteit en behoud van aantrekkelijke landschappen) is van de aanplant van wilgen voor biomassa. 
Onlangs kwam in het nieuws dat het nu mogelijk is om als boer gas te produceren uit koeienpoep. Een kans voor agrarische ondernemers in de AV? Ook schijnt het mogelijk te zijn om energie uit het kaasprocedé op te wekken.

Gemeente Alblasserdam heeft aangegeven in de toekomst zelfvoorzienend te willen zijn. Andere gemeenten en partijen volgen wellicht. Welke stappen kunnen we nemen die bijdragen aan duurzame energiewinning, versterking van de biodiversiteit en verfraaiing van het landschap?

Korte ketens in onze voedselvoorziening


Blijven we produceren voor de wereldmarkt? Of in andere woorden: blijven we slepen met voedsel? Of zijn er afzetmogelijkheden in de omgeving, bijvoorbeeld in de grote steden?

Nu produceren we voedsel, creëren we aanbod, en gaan we daarna kijken waar de vraag zit. Kan het ook andersom? Waar is (bijvoorbeeld in de omringende grote steden) vraag naar en kan de regio daar haar aanbod op afstemmen? Steeds meer voedselproducenten uit de Rotterdamse regio zoeken reeds het contact met de stad voor de rechtstreekse afzet. Aan de andere kant is er een steeds grotere groep stedelijke consumenten en ondernemers die interesse heeft in regionaal verbouwde versproducten, waarbij de herkomst en wijze van telen bekend is. De korte ketens die hierdoor ontstaan bieden veel kansen en mogelijkheden die verder kunnen gaan dan voedselproductie en zorgboerderijen.

Groen en gezondheid


Het idee dat het beleven van de groene omgeving een positieve uitwerking heeft op de gezondheid en het geestelijk welbehagen van mensen. Ook wel aangeduid als: “de helende waarde van groen”.

De onbegrensde mogelijkheden van het Water

In de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden gaat het veel over water. Het gebied dankt zijn bestaan aan ons gevecht tegen het water. Tegelijkertijd doen we heel veel met het water. Het water biedt nog veel meer kansen, vooral ook voor recreatie. Waterrecreatie is eigenlijk nog niet uitdrukkelijk ontwikkeld.

Ontwikkeling van recreatieve routes over de binnenwateren


Eén van de projecten uit de tweede gebiedsdeal voorziet in het aanleggen van een vaarroutenetwerk voor kanoërs. Voor de gemotoriseerde waterrecreant blijft de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden een nauwelijks toegankelijk gebied. Sliedrecht onderzoekt of op korte termijn een zwaaihaak gerealiseerd kan worden, zodat inwoners hun boot te water kunnen laten. Bij toekomstige ontwikkelingen, zoals dijkverzwaringen, wil Sliedrecht extra recreatieve voorzieningen inbrengen, zoals een permanente bootjeshelling.

Willen we werk maken van het openstellen van het gebied voor de motorrecreatievaart? Hoe verhoudt zich de particuliere gemotoriseerde recreatievaart tot de wens tot (zondags)rust? Zouden er mogelijkheden moeten zijn voor de huur van fluisterboten, kano’s en voor georganiseerde vaarexcursies? Zouden bezoekers aan Kinderdijk met een hop-on-hop-off-boot de streek ingetrokken kunnen worden?

Verbindingen over de buitenwateren


Ook het buitenwater biedt mogelijkheden voor het verder ontsluiten van het gebied. Gorinchem wil nagaan of een verbinding met de Waterdriehoek en Rotterdam mogelijk is. Tevens wil zij nagaan of een aanlegsteiger voor riviercruiseschepen een zinvolle investering is. En aan de noordzijde van het gebied liggen er mogelijkheden om de vaarverbinding naar Kinderdijk door te trekken naar Schoonhoven/Nieuwpoort.

Ook havenfaciliteiten krijgen de aandacht. Het Watertorenterrein in Nieuw-Lekkerland omvat een voormalige watertoren en een kleine insteekhaven. Conform de Structuurvisie Nieuw-Lekkerland en in relatie tot de herontwikkeling van Kinderdijk is de ambitie hier een recreatief knooppunt te realiseren. Daarvoor wordt gedacht aan: een nieuwe vaarverbinding naar Kinderdijk, een jachthaven, camperparkeren voor bezoekers Kinderdijk, kleinschalig kamperen, waterrecreatie met strand en bootjeshelling, horeca en meer natuur.

Naast bovengenoemde ontwikkeling in Nieuw-Lekkerland wordt ook nagedacht over het verbeteren van de havenfaciliteit in Nieuwpoort voor particuliere passanten.

De waardering van het karakteristieke Landschap

Het karakteristieke landschap van de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden is een trekpleister op zichzelf. De bijzondere landschappelijke kwaliteiten van de regio zijn onmiskenbaar: de hoge kwaliteit van het cultuurlandschap, de historische steden en lintdorpen, de rijke natuur, koeien, vogels, molens, gemalen, dijken en boerderijen. Dit samenspel wordt gewaardeerd: mensen komen er graag om te wonen, te werken en te recreëren.

De instandhouding van de bijzondere natuur en het zo kenmerkende landschap is niet vanzelfsprekend. Met de beëindiging van de ILG-bestuursovereenkomsten en de wijziging van de Wet Landelijk Gebied is een aantal beleidsdoelstellingen en budgetten komen te vervallen. Landschapsbeheer Zuid-Holland heeft haar activiteiten beëindigd. De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is herijkt en daarmee kleiner geworden. De biodiversiteit neemt af. Terreinbeherende organisaties zoeken naar nieuwe manieren om beheer vorm te geven en te financieren.  

Binnen dat krachtenveld ligt er voor de partners in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden de uitdaging om de natuurwaarden te versterken en het kenmerkende landschap in stand te houden. Tijdens de landschapstafel van 11 november 2015 is een aantal keer de oproep gedaan van de streek geen museum te maken, maar de authenticiteit te verbinden met toekomstbestendigheid. En dat kan. Juist door slimme koppelingen met de andere thema’s te maken, zoals met economie, recreatie en waterberging, kunnen natuurontwikkeling en -beheer worden versterkt. Dat vraagt wel om een andere manier van denken en om lef en creativiteit om tot structurele, innovatieve oplossingen te komen die recht doen aan ons karakteristieke landschap. 

Landschappelijke inpassing

Bewoners en bezoekers waarderen het karakteristieke landschap. Die landschappelijke kwaliteit staat echter onder druk, onder meer door bebouwing en bedrijvigheid. Boerderijen, bedrijfspanden, bedrijventerreinen doen in een aantal gevallen inbreuk op die kwaliteit. 

Hoe zorgen we voor een vitale streek, waarin agrariërs en andere ondernemers voldoende ruimte hebben om bij te dragen aan de lokale economie en werkgelegenheid, en tegelijkertijd de kwaliteit van het landschap wordt behouden en storende elementen in de landschappelijke beleving aan het zicht worden onttrokken? En wat te doen met de vrijkomende agrarische bebouwing?

Groenblauwe dooradering van de polder

Het landschap wordt onder meer gevormd door de weiden en de watergangen. Deze groenblauwe dooradering is zeer bepalend voor het landschappelijke beeld en kan op verschillende manieren een impuls krijgen.

Zo is er een idee gelanceerd voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers (nvo’s) langs een derde tot de helft van de bestaande sloten. De nvo’s sluiten op elkaar aan en op de hoofdwatergangen in een samenhangend plan (voor aanleg en ecologisch beheer) op polderniveau. Dit heeft de volgende mogelijkheden en voordelen:
  • het levert extra waterberging op,
  • het historische slootpatroon blijft intact,
  • het geeft een betere waterkwaliteit, wat van belang is voor de KRW-doelstelling van het Waterschap Rivierenland,
  • het geeft versterking en ontsluiting van de ecologische waarden in het agrarisch landschap, voor verschillende soortgroepen,
  • het is een nieuwe tak van agrarisch natuurbeheer,
  • het is een alternatief voor de Groene Ruggengraat,
  • het versterkt de ecologische hoofdstructuur,
  • het verhoogt de recreatieve belevingswaarde.
Daarnaast wordt er door verschillende partijen, waaronder de Natuur- en Vogelwacht Alblasserwaard en Vijfheerenlanden, Den Hâneker (o.m. Erfbeplanting) en de werkgroep Prachtlint / Blauwzaam Lint gewerkt aan het versterken van de groene dooradering en het vergroten van de biodiversiteit. Deze initiatieven zijn sterk verankerd in de lokale samenleving en verdienen steun. 

Bevorderen van de weidegang

Een kenmerk van het Hollandse polderlandschap zijn de koeien in de wei. Steeds meer melkveehouders neigen er echter naar om hun koeien het hele jaar op stal te houden. Het Convenant Weidegang uit 2012 wil deze trend keren. Het doel van het convenant is om koeien zoveel als mogelijk is weidegang te bieden. Tot de ondertekenaars van het convenant behoren organisaties van melkveehouders, zuivelondernemingen, banken, retail, kaasverkopers en –handelaren, maatschappelijke organisaties, terreinbeheerders, overheid en onderwijs.

Eind 2014 is geconstateerd dat er meer actie nodig is om het doel te halen. Inmiddels is daarvoor een aantal mogelijke maatregelen in beeld gebracht. Kan het meerjarenprogramma hierin versterkend werken? 

Weidevogels en erfvogels

Onderdeel van het karakteristieke landschap zijn de weidevogels en erfvogels. De weidevogelstand gaat nog steeds achteruit en ook de erfvogels kunnen een steuntje in de rug gebruiken. Den Hâneker is het project ‘Adopteer een erfvogel’ gestart. Doormiddel van dit project kunnen mensen uit de streek nestkasten, fruitbomen e.d. bij agrariërs/erfbezitters adopteren. Met behulp van deze adopties wordt de bescherming van erfvogels gefinancierd en gestimuleerd.

Welke maatregelen zouden in een meerjarenprogramma passen om de weidevogels en erfvogels te behouden cq te versterken?

Onze natuurgebieden

In de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden wordt voortdurend geïnvesteerd in de waardevolle natuurgebieden. De provincie Zuid-Holland en het waterschap Rivierenland hebben afspraken gemaakt over Natura 2000 en de restantopgave voor het Nationaal Natuur Netwerk (m.n. ecologische verbindingszones) in combinatie met het herstel van regionale keringen. Concreet hebben provincie en waterschap het voornemen om de komende jaren in de volgende deelgebieden te investeren (met tussen haakjes de onderliggende doelen):

  • Boezems Kinderdijk (boezemkaden, Natura2000, KRW, cultuurhistorie);
  • Achterwaterschap (boezemkaden, ecologische verbindingszones, KRW, cultuurhistorie);
  • Molenkade Groot-Ammers (boezemkaden, ecologische verbindingszones, KRW, cultuurhistorie);
  • Zouweboezem  en Polder Achthoven (Natura2000).
Ook wordt gewerkt aan de Giessen – Schelluinsevliet (boezemkaden, ecologische verbindingszones, KRW). 


Er blijft ondanks deze plannen nog genoeg te wensen over:

Zouweboezem

In de Vijfheerenlanden wil het Zuid-Hollands Landschap zich de komende jaren in het bijzonder inzetten om de natuur- en landschapswaarden van de Zouweboezem en de Diefdijk te versterken en dit te combineren met het beter beleefbaar maken van deze gebieden. Naar verwachting zullen voornamelijk in de Zouweboezem projecten gewenst zijn die in aanmerking komen voor de gebiedsdeal.De Zouweboezem is van groot belang voor moerasvogels, grote modderkruiper, kamsalamander en ook vanwege de aanwezigheid van blauwgrasland. In de Zouweboezem bevindt zich tevens één van de grootste broedkolonies purperreigers van Nederland.Vooral de waterkwaliteit en het peilbeheer laten echter te wensen over als het gaat om het faciliteren van deze natuurwaarden.

Daarnaast is in de huidige situatie de parkeergelegenheid te klein en ontstaat er regelmatig overlast bij omwonenden door fout geparkeerde auto’s. Het Zuid-Hollands Landschap wil zich de komende jaren daarom inzetten de volgende maatregelen uit te voeren die wellicht projectmatig in de gebiedsdeal ondergebracht kunnen worden:
  • Inplanten ondiepe oevers en afgegraven legakkers met riet en andere helofyten.
  • Terugdringen houtopslag, voor ongeveer €15.000 per jaar.
  • Openheid van het gebied vergroten nabij de zwarte sternkolonies door het verwijderen van opgaand hout.
  • Vernatten rietlanden door aanbrengen greppels en/of inlaatconstructies
  • Vergroten en verbeteren parkeergelegenheid
  • Beter beleefbaar maken Zouweboezem, o.a. vanaf de Zouwendijk
  • Versterken poelenstructuur in polder Achthoven
  • Versterken van de verbinding, zowel voor dieren en planten als voor beleefbaarheid, tussen de Zouweboezem en de Achthovense Uiterwaarden
Voor alle project ideeën geldt dat er op dit moment nog onvoldoende financiering beschikbaar is. 

Diefdijk

De Diefdijk is de dwarsverbinding tussen de dijken van de Linge en de Lek. In het Rampjaar 1672 lag het inundatiegebied van de Oude Hollandse Waterlinie ten westen van de Diefdijk, op Hollands gebied. Ruim een eeuw later werd dat in het kader van de Nieuwe Hollandse Waterlinie naar de oostkant verlegd, in Gelderland.

Langs de Diefdijk bezit het Zuid-Hollands Landschap een heel snoer aan terreinen. De afwisseling van hoogstamfruit, wei- en hooiland, bosjes, grienden en water zorgt voor een kleinschalig en aantrekkelijk cultuurlandschap met hoge natuurwaarden. Een dergelijk landschap vraagt echter om een intensief beheer, terwijl de beschikbare SNL-beheersubsidie onvoldoende is om de kwaliteiten van dit landschap duurzaam te behouden. Inmiddels is er al enige jaren een vrijwilligersgroep actief aan de Diefdijk die zich inzet om een deel van het handmatige onderhoud van deze elementen te waarborgen.

Het Zuid-Hollands Landschap wil zich de komende jaren extra inzetten om middelen te vinden om het intensieve beheer voort te kunnen zetten en waar mogelijk de landschapswaarden te versterken en te kijken waar en hoe mensen uit de streek meer betrokken kunnen raken bij dit gebied. Daarbij wordt gedacht aan de volgende maatregelen die wellicht in de gebiedsdeal ondergebracht kunnen worden:
  • Aanleg van houten hekwerken ter versterking van het authentieke landschap en ter versterking van de populatie argusvlinders in het gebied.
  • Verbeteren uitvalsbasis en voorzieningen voor vrijwillig landschapsbeheerders.
  • Onderzoeken mogelijkheden om (een deel van) het onderhoud en toezicht te laten financieren vanuit de streek.
Wat betreft de realiseerbaarheid geldt hetzelfde als hetgeen hierboven is opgemerkt voor de Zouweboezem en polder Achthoven: er is op dit moment nog onvoldoende financiering beschikbaar.

Baggeren Linge en Alblas vs waterrecreatie

Water is zo kenmerkend voor de streek, maar waterrecreatie staat nog enigszins in de kinderschoenen. De streek wil waterrecreatie stimuleren. Daarvoor (en om andere redenen) dienen de Linge en de Alblas uitgebaggerd te worden.

Bodemdaling


De veenbodem daalt steeds verder. Maatregelen en maatwerk zijn nodig om dit te beperken. Als dat niet gebeurt, zullen de beheerkosten en maatschappelijke kosten toenemen. Denk aan de kosten voor extra pompen, extra keringen, extra aanleg en onderhoud van wegen en vaker optredende wateroverlast. Of aan het overstromingsrisico en – vooral - de maatschappelijke kostenpost gevormd door de jaarlijkse uitstoot van 700.000 ton CO2 door oxidatie van het vee (bron).

Omdat landbouw de belangrijkste gebruiker is van het Groene Hart is het belangrijk te zoeken naar oplossingen waarin de landbouw een volwaardige rol heeft. Op veel plaatsen zal dat kunnen betekenen dat de landbouw innovatief blijft, terwijl de bodemdaling met technische maatregelen (bijv. onderwaterdrainage) wordt beperkt. Op andere plaatsen kan de bodemdaling wellicht worden beperkt door functies te combineren zoals extensieve landbouw in combinatie met waterberging of recreatie. Bij dergelijke functiecombinaties kan het waterpeil in delen van het jaar vaak hoger zijn. In samenhang met dit denken over het landelijk gebied kan een keuze worden gemaakt over behoud van het unieke verkavelingspatroon als icoon van het Nederlandse landschap. Hiervoor kan een Unesco-status worden aangevraagd voor karakteristieke gebieden (bron). 

Han Weber, gedeputeerde van de Provincie Zuid-Holland, schrijft hier
"Als provincies hebben we in onze Voorloper Groene Hart uit 2009 stoer stelling genomen en gezegd dat we de bodemdaling willen afremmen. En dat we de landbouw in stand willen houden als drager van het landschap; en dat we de kwaliteiten van dat landschap willen behouden en dat… En dat wordt lastig! Want je kunt niet alles hetzelfde houden en ondertussen de bodemdaling stoppen. Ik merk dat de discussie over bodemdaling daardoor stagneert.  
En daarom mijn pleidooi: we moeten loskomen van hoe het nu is en meer doen dan alleen werken aan optimalisatie van het bestaande. Een beetje minder bodemdaling, een beetje betere waterkwaliteit door kleine aanpassingen op bedrijven, hier en daar een hoogwatervoorziening om paalrot te voorkomen…. Dat zijn geen structurele oplossingen. Kijk naar de lange termijn en blijf realistisch. Dus niet roepen dat bodemdaling gestopt moet worden door de veenweiden in moeras te veranderen, maar door na te denken over het nieuwe veenweidenbedrijf, door te investeren in systeeminnovaties en door het waterbeheer anders te organiseren, zoals bij het project ‘Sturen met Water’ van het Veenweiden Innovatiecentrum en de Stuurgroep. En door maatwerk per gebied te leveren, want er bestaat niet één oplossing voor alle problemen. Ieder gebied heeft zijn eigen kansen en knelpunten.
Het maken van echte keuzes vraagt lef van alle betrokkenen. Lef omdat we volgens mij keuzes moeten maken die grote veranderingen tot gevolg hebben voor het waterbeheer, de agrarische bedrijfsvoering en het landschap. Eigenlijk moeten we weer stoer stelling nemen. Nu samen."

Zie ook:
Welke (proef)projecten kunnen wij in de AV opzetten om de bodemdaling af te remmen? 

Verhalen over de Geheimen van de Streek

Onze streek kent veel goed bewaard gebleven verhalen. Tegelijkertijd zitten die verhalen ook goed verstopt... je zou ze ook de geheimen van onze streek kunnen noemen.
Het biedt kansen om deze verhalen boven water te halen!
Voorbeelden

Stille getuigen

Begin 2015 heeft de Stichting Groene Hart het boek ‘Stille getuigen, begraafplaatsen in het Groene Hart’ gepubliceerd. Hierin worden alle aspecten van het zogenaamde funerair erfgoed belicht, zoals historie en cultuur maar ook natuur en landschap. In het Zuid-Hollandse deel van het Groene Hart liggen zo’n 170 begraafplaatsen, waarvan (bijvoorbeeld) 17 in de gemeente Molenwaard. Soms is het mogelijk om begraafplaatsen met elkaar te verbinden tot zogenaamde funeraire routes voor wandelaars of fietsers.

De Stichting heeft bij de landschapstafels het project ‘funerair erfgoed en groenstructuren’ ingediend. Dit project is gericht op:
  • nader onderzoek naar funerair erfgoed in relatie tot groenstructuren in Zuid-Holland,
  • de inventarisatie van mogelijke funeraire routestructuren,
  • de ontwikkeling van enkele funeraire routestructuren, met thema’s als Joodse begraafplaatsen, Verzet in de oorlog of Scheepsbouwers in ruste.
Bij het project wordt samenwerking gezocht met historische verenigingen en andere lokale instellingen die begraafplaatsen hebben geïnventariseerd.

Natuureducatie

De natuurcentra (Natuur- en Vogelwacht De Alblasserwaard, Natuur- en Vogelwacht de Vijfheerenlanden, Streekcentrum Het Liesvelt en het Van Andel Spruyt centrum) en Den Hâneker doen veel aan natuur- en milieueducatie voor het basis- en voortgezet onderwijs in de streek. Maar voor de gemiddelde grootstedeling (als die al bestaat) is het platteland waarschijnlijk iets onbekends.

Inzetten op kinderen en volwassenen uit de grote steden, om hen kennis te laten maken met het platteland? Wie trekt zich dit aan? De genoemde organisaties?

De beleefbaarheid van fietsen, wandelen en varen

Er is al veel werk gemaakt van het aanleggen van een basisinfrastructuur voor de fietser, wandelaar en kanoër. Er is nog ruimte voor een vervolgslag, voor het aankleden van fiets-, wandel- of vaarwegen.

Op dit moment wordt er gewerkt aan de voorbereiding van het kadeherstel van het Achterwaterschap tussen Kinderdijk en Groot-Ammers. Onderdeel van dit project kan zijn een verbetering van de beleefbaarheid van het gebied door bijvoorbeeld meer variatie te brengen in de oevervegetatie, het toegankelijk maken van kades en eendekooien, het kijken naar weidevogels, het vertellen van het verhaal van de beroepsvisserij of het organiseren van vaarexcursies.

Zijn er combinaties te maken met het blauwzaam lint?

Willen we borden plaatsen die landschapselementen (denk aan donken) verklaren? Een ander geluid is om geen verspreide borden over allerlei onderwerpen in het landschap te plaatsen, maar om te investeren in een toeristisch informatiesysteem dat gekoppeld is via GPS tags, QR codes of zoiets aan b.v. cultuurhistorische en landschapselementen. Deze info kan dan weer benut worden bij de wandel- en fietsroutes. Op centrale infopunten en op de diverse websites kunnen bezoekers dan gewezen worden op deze mogelijkheden.

Zo gaat de Stichting het Groene Hart bij Sluis een informatiezuil met audio plaatsen. Door geen ‘standaard’ informatiebord met tekst te plaatsen komt een meer interactieve manier van informatieverstrekking tot stand. Tevens is de informatie veel makkelijker te vervangen dat bij een tekstbord. Misschien kan dit ook op andere plekken in de A-V gebruikt worden, als afwisseling op de ‘standaard’ informatieborden

Basis Informatievoorziening

In hotels is het heel gebruikelijk dat daar rekken of bakken staan met kaartjes op creditcardformaat die verwijzen naar toeristische attracties in de buurt. Of rekken met grotere folders die hetzelfde doen. Is dat soort informatie te vinden op bijvoorbeeld Kinderdijk?

Wie trekt zich dit aan? Den Hâneker?

In het meerjaren progamma Waterdriehoek is het realiseren van een informatiepunt bij de halte van de Waterbus opgenomen. Een soortgelijk punt kan ook bij de andere “poorten” / plaatsen waar veel bezoekers het gebied binnenkomen worden geplaatst. Hoe dit vorm kan worden gegeven moet nog worden bekeken omdat ook het gebruik van nieuwe media (smartphones) er bij betrokken wordt.